

Inmiddels is het een jaar geleden dat de Hoge Raad bepaalde dat huurders en verhuurders van winkel- en horecaruimtes de pijn van de Coronasluitingen zouden moeten delen. De Hoge Raad kwam zelfs met een rekenformule op basis waarvan in het gros van de gevallen tot een faire verdeling zou kunnen worden gekomen. Tot op heden heeft dit oordeel niet tot heel spannende uitspraken in lagere jurisprudentie geleid.
Interessant is met name nog wel de positie van de zogeheten tussenhuurder. Vaak is dit een brouwerij die het horecapand van de eigenaar huurt en vervolgens zelf onderverhuurt aan een exploitant die dan uiteraard ook de dranken van deze brouwerij dient af te nemen.
Heeft deze brouwerij dan zelf ook recht op huurkorting?
πππ, zegt de kantonrechter Roermond, de uitspraak van de Hoge Raad zou strikt moeten worden uitgelegd. De brouwerij is voor haar omzet in het geheel niet direct afhankelijk van deze specifieke locatie en reeds om die reden behoort zij niet tot de kring van gerechtigden op huurkorting.
ππ, zegt de kantonrechter Rotterdam, want waar de Hoge Raad spreekt van ‘een huurder die voor zijn omzet afhankelijk is van de komst van publiek’, zou ook worden gedoeld op indirecte afhankelijkheid.
Voor beide overwegingen is uiteraard wat te zeggen. Feit is echter dat brouwerijen na 2020 weer snel zijn opgekrabbeld en weer grote winsten laten zien. Het kan dus ook niet anders dan dat de omzet op andere plekken is gegenereerd dan wel sprake is geweest van zogeheten ingehaalde omzet. Daarnaast heeft de kantonrechter Rotterdam ook dit jaar een uitspraak gedaan waarin een Horeca-groothandel geen aanspraak kon maken op huurkorting, omdat deze niet direct afhankelijk was van bezoekers en daarnaast volgens de kantonrechter meer inspanningen had moeten leveren om de omzet elders vandaan te halen. Dat lijkt dus tegenstrijdig aan het oordeel van de kantonrechter Rotterdam over de tussenhuur door een brouwerij.
Duidelijk is dat het laatste woord hierover nog niet is gezegd. De uitspraak van de kantonrechter Roermond smaakt ons echter wel wat beter dan die van de kantonrechter Rotterdam.
Het zou mooi zijn als we deze discussies snel achter ons kunnen laten en over niet al te lange tijd iedereen bij het woord Corona gewoon weer denkt aan een flesje bier met een lange hals en een limoentje!
Wij realiseren ons gelijktijdig dat de uitdagingen voor met name de horeca nog lang niet zijn verdwenen. Personeelstekorten, torenhoogte inflatie en almaar stijgende energierekeningen, betaling van uitgestelde belastingen en ga zo maar door.
De Horeca heeft regelmatig voor hete vuren gestaan en dus zal ook nu weer licht aan het einde van de tunnel gloren.
Vragen?
Hebt u vragen naar aanleiding van het voormelde of heeft u andere huurrecht vragen? Neem dan contact met ons op, zodat wij in uw belang kunnen meedenken.