Een arrest van onze vakgroep Ondernemingsrecht is gepubliceerd in het tijdschrift Intellectuele eigendom en Reclamerecht (IER).
Door Mark van Raak
Omdat een drietal partijen inbreuk maakte op de modelrechten van onze cliënt – een ontwerper en verkoper van tafelgashaarden -, partijen onderling niet tot een minnelijke oplossing kwamen en de betreffende drie partijen weigerden hun inbreuk te staken, is onze vakgroep Ondernemingsrecht begin vorig jaar een procedure in kort geding gestart. Deze procedure is succesvol verlopen: de voorzieningenrechter stelde onze cliënt in het gelijk en heeft de betreffende drie partijen, bij vonnis van 16 april 2014, onder andere bevolen om iedere inbreuk op de modelrechten van onze cliënt te staken en gestaakt te houden, zulks op straffe van verbeurte van dwangsommen.
Hoger beroep
De veroordeelde inbreukmakende partijen legden zich echter niet (direct) neer bij het vonnis van de rechtbank en stelden hoger beroep in. Tevergeefs, want ook het Gerechtshof te ’s-Gravenhage stelde, bij arrest van 22 juli 2014, onze cliënt in het gelijk. Net als de rechtbank oordeelde ook het hof dat onze cliënt een spoedeisend belang had bij zijn vorderingen, dat de tafelgashaarden van onze cliënt modelrechtelijk zijn beschermd en dat de door onze cliënt in rechte betrokken partijen inbreuk maakten op de modelrechten van onze cliënt. Het hof bekrachtigde dan ook het eerder door de rechtbank uitgesproken vonnis. De drie in rechte betrokken partijen dienden hun inbreuken gestaakt te houden.
Belang voor de rechtspraak
Naast dat het door het Gerechtshof te ’s-Gravenhage uitgesproken arrest van 22 juli 2014 feitelijk gezien voor onze cliënt bijzonder gunstig was, is het arrest juridisch inhoudelijk gezien van belang voor de rechtspraktijk. In zijn arrest gaat het hof namelijk onder andere in op het door het Hof van Justitie EU, in de zaak van Karen Millen jegens Dunnes Stores, uitgesproken arrest d.d. 19 juni 2014. Ook de uitspraken van het Gerechtshof (d.d. 24 januari 2012) en de Hoge Raad (d.d. 31 mei 2013) in de zaak van Apple jegens Samsung komen in het arrest van het Gerechtshof te ’s-Gravenhage nader ter sprake.
Gelet op het belang van het arrest van het Gerechtshof te ’s-Gravenhage is dit arrest inmiddels gepubliceerd in het tijdschrift Intellectuele eigendom en Reclamerecht (IER).
Het lezenswaardige arrest van 22 juli 2014 treft u middels deze link aan.