Wat betekent ‘onwaardig om te erven’?
Indien een erfgenaam onwaardig is om te erven, dan kan die erfgenaam geen aanspraak (meer) maken op de nalatenschap van de overledene, de erflater.
Wanneer is een erfgenaam onwaardig om te erven?
In de wet (art. 4:3 lid 1 BW) worden de navolgende vijf situaties genoemd wanneer een erfgenaam van rechtswege onwaardig is om te erven van de erflater:
- Indien de erfgenaam onherroepelijk is veroordeeld, omdat hij de erflater om het leven heeft gebracht, dan wel heeft geprobeerd de erflater om het leven te brengen, dat heeft voorbereid of daaraan heeft deelgenomen.
- Indien de erfgenaam onherroepelijk is veroordeeld wegens een opzettelijk tegen de erflater gepleegd misdrijf waarop een gevangenisstraf met een maximum van ten minste vier jaar staat, dan wel een poging daartoe of wanneer de erfgenaam een dergelijk delict heeft voorbereid of daaraan heeft deelgenomen.
- Indien in een onherroepelijk uitspraak is bepaald dat de erfgenaam de erflater lasterlijk heeft beschuldigd van een misdrijf waar op grond van de wet een gevangenisstraf met een maximum van ten minste vier jaar staat.
- Indien de erfgenaam de erflater door een feitelijkheid of door bedreiging met een feitelijkheid heeft gedwongen of belet een uiterste wilsbeschikking (zoals een testament, een legaat of een codicil) te maken.
- Indien de erfgenaam de uiterste wil van de erflater heeft verduisterd, vernietigd of vervalst.
Achterliggende gedachte
De wetgeving over onwaardigheid is in het leven geroepen vanuit de achterliggende gedachte dat men geen voordeel behoort te trekken van de opzettelijk veroorzaakte dood van een ander.
Uitspraak Rechtbank Gelderland d.d. 26 januari 2022 [1]
Op 31 maart 2015 heeft een man zijn echtgenote, met wie hij in gemeenschap van goederen was gehuwd, om het leven gebracht. De echtgenote had geen testament met als gevolg dat het wettelijke systeem, waaruit volgt wie erfgenaam is/erfgenamen zijn, van toepassing is. Onder normale omstandigheden zou niet ter discussie staan dat de man volgens het wettelijke systeem de volledige nalatenschap van zijn echtgenote erven.
De dader heeft vervolgens aanspraak gemaakt op de volledige nalatenschap van de echtgenote (erflaatster) die hij om het leven heeft gebracht.
Volgens de broer van de erflaatster is de dader echter onwaardig om haar nalatenschap te erven. Hij is van mening dat het niet de bedoeling is dat de dader voordeel trekt uit haar nalatenschap.
Tijdens de civiele procedure staat de vraag centraal of de dader onwaardig is om te erven ten aanzien van de nalatenschap van de erflaatster.
Voor de beantwoording van deze vraag is het oordeel van de strafrechter van belang. De strafrechter heeft bewezen verklaard dat de dader erflaatster opzettelijk van het leven heeft beroofd, maar heeft tegelijkertijd geoordeeld dat de dader daar niet strafbaar voor is, omdat de dader op dat moment volledig ontoerekeningsvatbaar zou zijn geweest. Zodoende heeft de strafrechter de dader ‘slechts’ de maatregel tbs opgelegd. Anders gezegd, de dader is niet veroordeeld voor het om het leven brengen van erflaatster.
Volgens de civiele rechter is op grond van de wet een strafrechtelijke veroordeling noodzakelijk om een erfgenaam als onwaardig te kunnen aanmerken. Aangezien er in onderhavig geval geen sprake is van een veroordeling, is de dader niet onwaardig en kan hij gewoon erven van erflaatster.
Ophef in de politiek
Voormelde uitspraak heeft veel stof doen opwaaien in de politiek. Recentelijk heeft Minister Weerwind kenbaar gemaakt dat de wetgeving omtrent onwaardigheid aanpassing behoeft. Hij wil dat duidelijker uit de wet blijkt dat men geen financieel voordeel dient te trekken uit een misdrijf. Dat geldt ook in het geval dat de erfgenaam ‘slechts’ de maatregel tbs opgelegd heeft gekregen. De verwachting is dat het concept van het wetsvoorstel in de loop van volgend jaar gereed is.
Wordt vervolgd!
Vragen?
Hebt u een vraag over de afwikkeling van een nalatenschap? Neem dan vrijblijvend contact op met een van onze erfrechtspecialisten of kom langs op het spreekuur erfrecht. Aanmelding is verplicht. De koffie staat klaar.
[1] Rb. Gelderland 26 januari 2022, ECLI:NL:RBGEL:2022:49