

Een testament geeft de wensen van de overledene weer van wat er – na zijn overlijden – met zijn vermogen (nalatenschap) dient te gebeuren. Het komt geregeld voor dat een testament wordt opgesteld en dat er vervolgens sprake is van nieuwe gebeurtenissen, zoals de komst van een (klein)kind, een scheiding, een overlijden, een ruzie etc. Als het testament niet wordt aangepast naar de nieuwe situatie, dan kan dat tot gevolg hebben dat de wensen van de overledene niet meer overeenkomen met zijn testament. Dat kan leiden tot onduidelijkheid, maar bovenal ook onwenselijke situaties. De navolgende casus is daar een goed voorbeeld van.
Casus[1]
Erflater had gedurende zijn leven verschillende liefdesrelaties gehad. Telkens wanneer er sprake was van een nieuwe liefdesrelatie liet erflater zijn testament aanpassen om er zeker van te zijn dat zijn nalatenschap aan zijn nieuwe partner zou toekomen.
Erflater heeft in 1995 voor het laatst een testament laten opstellen waarin hij iemand heeft benoemd tot zijn enig erfgenaam. Na 1995 heeft hij slechts schriftelijke verklaringen opgesteld waarin hij heeft aangegeven wie zijn erfgenaam moet zijn en wat er na zijn overlijden met zijn vermogen moet gebeuren.
In juli 2019 deed zich een nieuwe gebeurtenis voor in het leven van erflater: hij is met zijn nieuwe liefde een geregistreerd partnerschap aangegaan. Het geregistreerd partnerschap heeft echter niet lang mogen duren, want in 2020 is erflater overleden. Toen kwam plots zijn testament uit 1995 bovendrijven waaruit bleek dat iemand anders dan zijn geregistreerd partner zijn nalatenschap zou erven.
Het geschil
Volgens de geregistreerd partner kon dat absoluut niet de wens van erflater zijn geweest. Dit zou ook blijken uit een schriftelijke verklaring van erflater – welke na 1995 is opgesteld – waarin staat vermeld dat zijn nalatenschap aan zijn geregistreerd partner moet toekomen.
Dit doet de vraag rijzen waarom erflater na het aangaan van het geregistreerd partnerschap zijn testament niet heeft gewijzigd waarin hij zijn geregistreerd partner benoemt tot zijn enig erfgenaam. Zijn geregistreerd partner had daar een verklaring voor. Nog vóór het aangaan van het geregistreerd partnerschap had een notaris in een adviesgesprek aangegeven dat een geregistreerd partnerschap fiscaal gunstiger is dan het benoemen van zijn geregisterd partner als enig erfgenaam in een testament. Op basis daarvan verkeerde erflater in de veronderstelling dat met het aangaan van het geregistreerd partnerschap, zijn geregistreerd partner automatisch zijn enig erfgenaam zou worden, hetgeen dus niet het geval was.
Degene die in het testament staat vermeld gaf aan dat hij slechts een zakenrelatie was van erflater en dat het de bedoeling van erflater was dat hij zijn onderneming zou overnemen. De geregistreerd partner van erflater vermoedt echter dat degene die in het testament staat vermeld een affectieve relatie had met erflater.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank tast in het duister over wat erflater met zijn testament heeft willen regelen. Zo is het onduidelijk of erflater te allen tijde heeft gewild dat de persoon die in het testament is vermeld, zijn enig erfgenaam zou zijn. Zou erflater deze wens ook hebben gehad indien de betreffende persoon niet meer betrokken is bij zijn onderneming of indien erflater een geregistreerd partner zou zijn aangegaan?
Als er onduidelijkheid bestaat over het testament van een erflater, dan kan de rechtbank het testament gaan uitleggen. En dat gebeurde hier ook. Daden en verklaringen van vóór en na het opstellen van het testament kunnen dan meedoen bij de uitleg van het testament.
Uit de schriftelijke verklaringen die erflater na 1995 heeft opgesteld, blijkt dat erflater steeds personen in zijn verklaringen heeft vermeld met wie hij een liefdesrelatie had of met wie hij nauw samenwerkte. Erflater handelde tot en met zijn overlijden dus op dezelfde wijze als dat hij heeft gedaan tot 1995 door zijn testamenten steeds te wijzigen in geval van nieuwe liefdesrelaties en/of nieuwe zakenrelaties. Volgens de rechtbank duidt de handelswijze van erflater erop dat hij wilde dat zijn nalatenschap zou toekomen aan degene met wie hij een affectieve relatie had, dan wel aan degene die een belangrijke rol in zijn (zakelijke) leven speelde. Daarmee is voor de rechtbank voldoende komen vast te staan dat erflater wilde dat zijn nalatenschap aan zijn geregistreerd partner toekomt.
Conclusie
In deze zaak heeft de rechtbank het testament van erflater – en zodoende zijn wens – uitgelegd in het voordeel van zijn geregistreerd partner, waarbij de rechtbank dus is afgeweken van de letterlijke tekst van het testament. Kortom, de letterlijke tekst van een testament is niet altijd doorslaggevend.
[1] Rb. 1 juni 2022, ECLI:NL:RBNHO:2022:6527.
Vragen?
Hebt u vragen over een nalatenschap? Neem dan vrijblijvend contact met ons op. Of wilt u sparren over een erfenis met een van onze erfrechtspecialisten? Maak dan een afspraak en kom langs op één van onze locaties in Oosterhout of Breda.
Gratis spreekuur erfrecht
Daarnaast hebben wij iedere eerste woensdag van de maand hebben een gratis spreekuur erfrecht op De Zaak Breda (Keizerstraat 11, Breda). Meld u zich aan? Dan ontvangen wij u graag op het spreekuur.