De Uber-uitspraak: Waarom ondernemerschap alles kan veranderen voor zelfstandigen!

27 februari, 2025
Tobias Franken

Op 21 februari 2025 werd de Uber-uitspraak gepubliceerd. In deze uitspraak werd duidelijk dat ondernemerschap een grotere rol speelt bij de beoordeling van de arbeidsrelatie dan eerder werd aangenomen. Waar de Deliveroo-uitspraak van maart 2023 al verschillende criteria aandroeg, blijkt ondernemerschap nu een onmiskenbaar belangrijk onderdeel van de afweging te zijn.

Wat voorafging: de Deliveroo-uitspraak

In de Deliveroo-uitspraak van 24 maart 2023 heeft de Hoge Raad verschillende criteria gepresenteerd om te bepalen of er sprake is van een arbeidsovereenkomst (werknemer/schijnzelfstandige) of een overeenkomst van opdracht (zzp’er). Hierbij is niet alleen de tekst van de overeenkomst relevant, maar ook de daadwerkelijke uitvoering van de werkzaamheden. Alle omstandigheden van het specifieke geval moeten in de beoordeling worden meegenomen.

De uitleg van ‘ondernemerschap’ in de rechtspraktijk

Een van de criteria uit de Deliveroo-uitspraak betreft ‘ondernemerschap’. De Hoge Raad oordeelde dat het ook van belang is voor de beoordeling van de arbeidsrelatie “(..) of degene die de werkzaamheden verricht zich in het economisch verkeer als ondernemer gedraagt of kan gedragen (…).” Lange tijd was de gedachte dat dit criterium pas van belang zou zijn als de andere criteria geen uitsluitsel boden over de aard van de arbeidsrelatie, zo blijkt ook uit de conclusie van Advocaat-Generaal De Bock en het conceptwetsvoorstel Wet verduidelijking werkrelaties en rechtsvermoeden (VBAR).

De Uber-uitspraak

De Hoge Raad oordeelt hier anders over en geeft een nadere invulling aan het belang van ‘ondernemerschap’ bij de beoordeling van de arbeidsrelatie. In de Uber-uitspraak is als volgt geoordeeld:

• Er bestaat geen rangorde tussen de criteria uit de Deliveroo-uitspraak: alle criteria, inclusief ondernemerschap, zijn van belang om te bepalen of iemand een werknemer of zzp’er is.

• Het kan voorkomen dat twee werkenden dezelfde werkzaamheden verrichten voor dezelfde werkgever/opdrachtgever, maar toch een andere arbeidsrelatie hebben. De één kan als werknemer worden beschouwd en de ander als zzp’er. Hierbij speelt ondernemerschap in de breedste zin van het woord een belangrijke rol (zie verderop).

• Of er sprake is van ‘ondernemerschap’ wordt niet alleen beoordeeld op basis van de omstandigheden die de overeenkomst tussen partijen betreft. Hierbij kan onder andere gedacht worden aan (het gebrek aan) de onderhandelingen over de voorwaarden, de risicoverdeling tussen partijen op basis van de overeenkomst, en de wijze van factureren (ook wel: intern ondernemerschap). Daarnaast is het van belang of de werkende zich buiten de overeenkomst om als ondernemer gedraagt. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan het deelnemen aan acquisitieactiviteiten, de fiscale behandeling, het aantal opdrachtgevers en de duur van de overeenkomst (ook wel: extern ondernemerschap).

Wat volgt dus uit de Uber-rechtspraak?

  1. ‘Ondernemerschap’ is net zo belangrijk als alle andere criteria, maar niet belangrijker.
  2. ‘Ondernemerschap’ kan in sommige gevallen wel doorslaggevend zijn.
  3. Als twee werkenden hetzelfde werk verrichten voor dezelfde werkgever/opdrachtgever, kan de een werknemer zijn en de ander zzp’er.
  4. Of iemand een echte ondernemer is, wordt beoordeeld aan de hand van zowel intern ondernemerschap als extern ondernemerschap.

Vragen?

De uitspraak van de Hoge Raad geeft een nieuwe dimensie aan de beoordeling van arbeidsrelaties – iets wat voor uw organisatie grote gevolgen kan hebben! Heeft u vragen over wat dit betekent voor de zzp’ers binnen uw bedrijf? Neem dan gerust contact op. Onze arbeidsrechtspecialisten staan klaar om met u mee te denken en u verder te helpen!

Arbeidsrecht
Tobias Franken